Door: Merel van der Pas
De mogelijkheden van indoorsport zijn eindeloos, maar hoe werkt het ook alweer? Coober plaatst om de zoveel tijd een bekende of minder bekende indoorsport, met de achtergrond en de regels. Maak je klaar voor een potje Tjoekbal, favoriet onder menig middelbaar scholier.
Wat veel mensen niet weten is dat het spel in de jaren ‘60 door een Zwitserse bioloog in het leven is geroepen als alternatief voor agressieve balsporten die blessures en verwondingen opleveren. Dat vinden we een mooie gedachte! Dus is bijvoorbeeld futsal of basketbal je wat te ruig, maar sport je wel graag in teamverband? Dan zijn hier de spelregels voor een vreedzaam alternatief.
Het spel begint in het midden van de zaal met een sprongbal tussen twee spelers. Wees slim en schuif je langste naar voren. De rest van de spelers staat in een straal van drie meter verspreid door de zaal. N.B. Tjoeks zijn NIET partijdig, er mag dus door beide teams aan beide kanten van de zaal gescoord worden. Lopen en dribbelen is strikt verboden; de enige stappen die je mag zetten zijn de twee in aanloop naar een tjoekpoging. Er is sprake van een geldig doelpunt wanneer een speler de bal in de tjoek gooit en een andere speler (dus niet de werper!) van hetzelfde team hem vangt. Er mag niet binnen de doelcirkel onderschept worden. De sanctie voor deze actie is een strafworp.
Een pot tjoekbal duurt twee keer acht minuten. Genoeg om je lekker warm te krijgen, maar niet doodop te raken. Veel plezier!